De stille revolte Het is een rare paradox: de technologie staat verder dan ooit, maar wie zich nieuw elektrisch of elektronisch materiaal aanschaft, weet eigenlijk al op voorhand dat de nieuw aangeschafte goederen maar half zo lang zullen meegaan als de vorige versie. Dit ‘ingebouwd verval’ –jawel, er is zelfs een woord voor- is een wezenlijk onderdeel van onze consumptiemaatschappij. Gelukkig maken steeds meer consumenten duidelijk dat de maat vol is. Onlangs was het weer zover. De televisie had de garantietermijn met nauwelijks 3 maanden overschreden of daar gaf hij ineens de geest. Kostprijs van de reparatie: bijna 400 euro. U raadt al wat ze in de winkel adviseerden. De vraag of zoiets normaal is, lijkt nauwelijks door te dringen. In de meeste printers zit een soort ingebouwde levensduur via een teller goed voor pakweg 6000 prints. Hallo?Dit verhaal gaat over geld, vanzelfsprekend. En hier hebben zowel de bedrijven als de consument boter op hun hoofd want, laten we eerlijk zijn, de meesten van ons zijn niet bereid meer te betalen voor meer kwaliteit. Maar er is ook een, vaak over het hoofd geziene, ecologische kant aan verbonden. Kapotte toestellen veroorzaken afval, maar erger nog is het grondstof- en energiegebruik.Hoe raken we los van de grow-or-die logica die leidt tot productie om de productie en consumptie om de consumptie? Een mogelijkheid is om meer in te zetten op product-dienstsystemen. De Cambio- formule, waarbij je geen wagen koopt, maar het gebruik ervan is al een ver doorgedreven voorbeeld hiervan. Maar het kan ook minder vergaand, waarbij je een product koopt samen met het onderhoud ervan. Op die manier hebben bedrijven belang bij het leveren van kwaliteit. Wanneer het product op het einde van zijn levenscyclus ook nog eens terug gaat naar het bedrijf voor hergebruik of recyclage van materialen is de cirkel rond.  Wat productbeleid betreft zijn de actiemiddelen van het gewest beperkt. Het gewest kan echter wel, in samenwerking met consumentenorganisaties en sociaal-economische spelers, de problemen rond levensduur en herstelbaarheid onderzoeken en aanklagen en de Brusselaars sensibiliseren. De sociale economie levert allerlei diensten en producten waar in de grootstad van vandaag nood aan is en combineert dit met opleiding en werkervaring. De gewestelijke Ecopool die in Anderlecht, langs het kanaal, ontwikkeld wordt met steun van Europa wordt niet alleen een centrum van recyclage, maar ook van hergebruik. Het is een dossier dat ik als parlementslid opvolg.Maar bewustzijn dat van onderuit groeit, is altijd het meest krachtige. Hoog tijd dat we, als consument, onze verontwaardiging omzetten in actie. De Repair Café’s, het jongste kind van het Netwerk Bewust Verbruiken, zijn in die zin een schot in de roos. Vrijwilligers geven er een tweede leven aan alles wat kapot gaat: meubels, kleren, maar vooral veel elektronica. Of je kan er zelf aan de slag onder begeleiding van een deskundig vrijwilliger. Repair Café Brussels telt intussen al zo’n 78 vrijwilligers, per sessie komen vlot 100 mensen met kapotte toestellen over de vloer. We leven in een wegwerpmaatschappij. Heel wat mensen weten niet meer hoe je iets moet repareren. De kennis verdwijnt snel. Tweeverdieners hebben vaak geen tijd om hun kennis, mochten ze die al hebben, door te geven aan de volgende generatie. Mensen die wel praktische vaardigheden hebben worden vandaag vaak maatschappelijk ondergewaardeerd. Bedankt dus Repair Cafe, cursus Fix your Bike, Breicafé Steekje Los, allerlei vormen van lokale uitwisselingssystemen, schuchtere initiatieven met lokale munten. In dit verhaal winnen milieu en samenleving. Met de dikke middenvinger naar de consumptiemaatschappij als kers op de taart.Dit opiniestuk is deze week in BDW verschenen.
Voorrangsregels Brussels Onderwijs niet houdbaar. Masterplan scholenbouw is onvermijdelijk Vandaag raakte bekend dat 611 mensen taaltesten laten afnemen om zo hun kinderen binnen de voorrangsgroep “Nederlandstalige” te kunnen inschrijven. Elke Van den Brandt, Brussels parlementslid (Groen): “Enkel kinderen die tot de voorrangsgroepen behoren, maken nog een kans om zich in te schrijven in een Nederlandstalige school. En zelfs binnen de voorrangsgroepen komt niet iedereen aan de beurt. In de vrije inschrijvingsronde die weldra van start gaat zijn er 0 plaatsen in de eerste kleuterklas. Uiteraard proberen mensen dus via taaltesten hun ticket te bemachtigen.” Het scholentekort is zo nijpend, dat volgens Groen het grondwettelijk recht op onderwijs in de hoofdstad ernstig in gevaar komt.De kern van het probleem is natuurlijk een enorm capaciteitstekort in de Brusselse scholen. Steeds meer kinderen vinden géén school. De Vlaamse overheid heeft vorig jaar daarom de voorrang voor Nederlandstaligen versterkt. Van den Brandt: “Uiteraard moeten Nederlandstalige kinderen terecht kunnen in een Nederlandstalige school. Maar ook anderstaligen hebben recht op onderwijs. Als morgen de Franstalige scholen, naar analogie met de Nederlandstalige, voorrang bieden aan Franstaligen, vallen de helft van de Brusselse kinderen uit de boot. We willen toch geen model waarbij we Turkse, Spaanse en Engelse scholen gaan oprichten?”De helft van de kinderen in de hoofdstad spreekt geen Nederlands of Frans thuis of komt uit een taalgemengd gezin. Al deze kinderen hebben recht op een school. Het zijn de twee gemeenschappen die daarvoor samen een antwoord moeten bieden.  Groen roept daarom op voor een Masterplan scholenbouw, waarbij de twee gemeenschappen samen afspreken hoe ze het scholentekort zullen wegwerken. Het overleg tussen de gemeenschappen is volledig in het slop momenteel na een klacht van de Vlaamse overheid tegen de creatie van 3.800 nieuwe schoolplaatsen vanuit het Brussels gewest in scholenbouw.“Het vertrouwen moet er terug komen, de noden zijn te groot om politieke spelletjes te spelen.” Aldus Van den Brandt.
Ruimte voor falen voor alle jongeren Vandaag debatteerde de commissie Sociale Zaken, voorgezeten door Groen parlementslid Elke Van den Brandt, over het Brussels actieplan armoedebestrijding. Het thema deze keer is de armoede bij jongvolwassenen. Daarmee zitten we in het hart van de Brusselse problematiek: een jong gewest met veel kansarmoede bij de jongeren. Maar liefst 19,6% van de Brusselse jongeren tussen 18 en 25 jaar leeft van een uitkering (leefloon of werkloosheid).Een belangrijke vaststelling is dat jongeren de kans niet krijgen om te falen. Ze moeten hun leven onmiddellijk op spoor hebben, een mislukking heeft meteen verregaande gevolgen. Om succes in je leven te hebben, moet je net de kans krijgen om ook te falen en te leren uit je fouten.Van den Brandt: “Er zijn wel meer paradoxen in het leven, maar dit is één van de meest cynische: de meest kwetsbare jongeren, jongeren die verschillende achterstandsfactoren combineren, hebben het minste ruimte voor mislukking, moeten het snelst een project hebben.” Het Brussels gewest telt 15,6% vroegtijdige schoolverlaters tegen 8,6% in Vlaanderen. Hoe lager het gezinsinkomen, hoe kleiner de kans dat een leerling hoger onderwijs volgt en hoe groter de kans op afhaken na een eerste, niet geslaagd jaar. Een ander voorbeeld: jongeren uit de bijzondere jeugdzorg moeten of willen de voorziening verlaten en op eigen benen staan op 18 jaar, terwijl de gemiddelde leeftijd waarop Belgische kinderen het ouderlijk huis verlaten 26 jaar is. Net de meest kwetsbare jongeren krijgen de minste oefen- of inlooptijd.Armoede is een combinatie van achterstellings- en risicofactoren. Daartegenover moeten ook de verschillende bevoegdheidsniveaus hun krachten bundelen. Dit actieplan is alvast een goed begin. Er bestaan reeds heel wat maatregelen. Belangrijk is echter te evalueren of deze de meest kwetsbare bevolking wel bereiken en in welke mate ze ook preventief werken.Naast de bevoegde collegeleden, kwamen ook een aantal adviesorganen die betrokken werden bij de opmaak van het actieplan aan het woord.
Perbericht opgepikt door De Standaard: link

Vrijdag fietsen de Brusselse parlementsleden samen naar hun werk. Een prachtig initiatief volgens Groen!-parlementsleden Annemie Maes en Elke Van den Brandt. Als dagelijkse fietsers nemen ze enthousiast deel aan “fietsen met parlementsleden” van de Fietsersbond. Ze roepen hun collega’s zelfs op om hun tweewieler dagelijks van stal te halen.

Elke's persbericht werd opgepikt in La Libre

en in Le Soir.

 

 

Als reactie op de visie inzake Nederlandstalig onderwijs in Brussel van Vlaams minister voor Onderwijs Pascal Smet, pleit Groen!-parlementslid Elke Van den Brandt voor meertalig onderwijs dat open staat voor iedereen, voor onderwijsmethodes die aangepast zijn aan de noden van élke Brusselse leerling, en voor extra scholen.