Interculturele ouderzorg als hefboom voor meer zorg op maat De Brussels ecologisten organiseerden vandaag in het Brussels parlement een colloquium over interculturele ouderenzorg. Brussel heeft vandaag een relatief jonge bevolking, maar het aantal ouderen zal in de toekomst serieus toenemen, vooral het aantal allochtone ouderen. Tegen 2020 is meer dan een derde van niet-Belgische afkomst. Uit het onderzoek blijkt niet alleen de nood aan cultuursensitieve zorg, maar ook het feit dat we hier, ondanks een aantal mooie pilootprojecten nog onvoldoende op voorbereid zijn.Mede-organisator Elke Van den Brandt (Groen): “Werk maken van cultuurgevoelige zorg betekent dat we onszelf en ons eigen model van ouderzorg in vraag moeten stellen. Hoe gaan wij om met ouderen, hoe gaan we om met zorg?“Dit is geen gemakkelijke opdracht. Er bestaat, daar wezen verschillende sprekers op, niet zoiets als dé autochtone en dé allochtone senior. Er zijn niet alleen verschillen tussen beide groepen, maar ook binnen beide groepen. En er zijn zelfs een hoop gelijkenissen tussen beide groepen. De wil om thuis, in de vertrouwde omgeving, te blijven wonen of het gebrek aan anticipatie op het ouder worden, de nood aan vertrouwenspersonen en persoonlijke contacten. Bovendien zijn de problemen waar allochtone senioren mee te maken hebben niet enkel cultureel gelinkt. In heel wat gevallen is er sprake van een accumulatie van achterstellingpatronen, armoede (laag scholingsniveau, klein pensioen, taaldrempels, gezondheidsproblemen, huisvestingsproblemen). In die zin mogen we ook niet in de val trappen van overculturalisering.Het is onze verantwoordelijkheid als overheid om nu werk te maken van een ouderenzorgbeleid met een voldoende groot kwalitatief aanbod dat door iedereen, van welke origine ook, gekend is en dat rekening houdt met cultuurgebonden gevoeligheden. Van den Brandt: “We moeten differentiëren. Als we door een multiculturele aanpak evolueren naar zorg op maat, kleinschaliger projecten, buurtgerichtheid dan wint iedereen hierbij, ook de autochtone senior, dan evolueren we naar een warmer zorgsysteem.”
Groen viert trots mee op Gay Pride Met de 18de editie wordt de Gay Pride volwassen, een feest dat Groen niet wil missen. Ondervoorzitter Elke Van den Brandt, Brussels staatssecretaris voor Gelijke Kansen Bruno De Lille en kamerlid Kristof Calvo stappen zaterdag feestend mee rond de praalwagen van Groen en Ecolo, samen met een forse delegatie groenen. Van den Brandt: “De Pride is een geweldig feest en eigenlijk zou het ook alleen maar een feest moeten zijn. Maar helaas is het ook nog een actie en een manifestatie, omdat er ook in ons land nog steeds een weg af te leggen valt vooraleer we elkaar helemaal aanvaarden voor wie we zijn. Tot zolang zullen we blijven feesten voor gelijke rechten.” Staatssecretaris Bruno De Lille is in het Brusselse gewest bevoegd voor gelijke kansen en nam de voorbije jaren tal van initiatieven rond het samenleven en de gelijke rechten van holebi’s en transgenders. “Ik ben trots op wat we tot nu toe hebben bereikt in Brussel. En deze trots is ook één van de basispijlers van de Pride. Pride betekent trots zijn op de vooruitgang, op de overwinningen in de strijd. Maar het slaat ook op de trots, de wil en de moed om door te zetten. In Brussel zetten wij dus volop onze strijd verder tegen de discriminatie en voor de emancipatie van de LGBT-gemeenschap." De Lille boekte in Brussel de voorbije jaren vooruitgang in de strijd tegen homofobie onder meer met de campagne Meld Geweld, met opleidingen voor de politie om beter om te gaan met slachtoffers van homofoob geweld en referentie-agenten in een aantal politiezones. Brussel werd lid van het internationale netwerk Rainbow Cities en Visit Brussels promoot Brussel ook als een Gay-bestemming. Deze pride is ook de gelegenheid om de tiende verjaardag van het homohuwelijk te vieren, een realisatie van paarsgroen waar Groen en Ecolo destijds hard en met succes voor geknokt hebben. “Hierop terugblikkend na tien jaar is het zonneklaar dat voor die wet de term “historisch” zeker op zijn plaats is,” aldus Kristof Calvo. “Vele landen zijn ons sindsdien gevolgd en niemand kijkt nog op van een homohuwelijk in een van onze gemeentehuizen. En terecht.”

De opvangcrisis blijft voor verhitte debatten zorgen. Brussels Parlementslid Elke Van den Brandt (Groen!) weet dat het Brussels Gewest niet bevoegd is, maar vraagt dat de Brusselse regering zich wel verantwoordelijk opstelt.

Meer dan 7000 mensen kregen intussen van Fedasil te horen dat er geen opvangplaats voor hen is. In de wetstraat woeden er verhitte debatten over wie of wat deze opvangcrisis veroorzaakt heeft, en wie een oplossing moet bieden. Zwarte pieten doorschuiven lijkt zowat de nationale sport.

Het Brusselse Gewest is aandeelhouder van Dexia. Deze financiert en geeft leningen aan Israëlische nederzettingen en steunt zo in feite een illegale praktijk. Volgens Groen! is dat een vorm van medeplichtigheid die ontoelaatbaar is. “Als aandeelhouder van Dexia moet de Brusselse Regering duidelijke standpunten innemen en eisen dat Dexia deze financiering stopzet” aldus Elke Van den Brandt, Brussels Parlementslid voor Groen!.

De vergoedingen van de bureauleden van het Brussels parlement gaan naar beneden. Daarover hebben bijna alle partijen een akkoord bereikt. Groen!, samen met Ecolo, PS en CDH, overtuigden de overige partijen om in te stemmen met het voorstel.

Het bureau van het parlement is de plaats waar de parlementaire werkzaamheden worden geregeld en een aantal praktische afspraken worden gemaakt. Er zijn twee bureauvergaderingen per maand. Bureauleden krijgen bovenop hun loon minstens 1200 euro extra.

Het gewest heeft een extra wapen in de strijd tegen leegstand: de gewestelijke leegstandboete. De commissie huisvesting van het Brussels Parlement besprak vandaag de concrete toepassing hiervan. Het debat kwam er mede op initiatief van Groen! -parlementslid Elke Van den Brandt: “Leegstand is meer dan een probleem van stadskankers. Er is een enorme huisvestingcrisis en het is dus simpelweg immoreel om een gebouw leeg te laten staan.”

Waarom een gewestelijk systeem van administratieve sancties tegen leegstand?