Groen! feeds
Onderhandelingen over vrijhandel tussen VS en EU kunnen van start
Staes: “Beide grootmachten staan te popelen om – in tijden van economische stilstand – hun markten te doen groeien. Maar de eenzijdige logica van verdere liberalisering, zou ons Europeanen wel eens zuur kunnen opbreken. Meer handel in voedsel betekent overigens niet dat er meer wordt geproduceerd, of dat er minder honger zal zijn.”
Hoewel landbouw en voedingsproducten maar een klein onderdeel uitmaken van de bilaterale handel tussen de EU en de VS, legt ze een potentiële bom onder de onderhandelingen.
Staes: “Amerikanen hanteren andere waarden en normen als het op voeding aankomt en de Europeaan wil graag zijn markt daartegen beschermen. Geen chloorkippen, geen hormonenvlees, geen genetisch gemanipuleerd voedsel wat ons betreft. Europeanen en Amerikanen gaan ook anders om met het voorzorgsprincipe.”
Een andere struikelblok zouden de culturele diensten kunnen zijn. Europa, divers in culturen en talen, is als de dood voor de Amerikaanse popcultuur en platte commercie. Het Europees Parlement vraagt om deze diensten volledig uit te sluiten van het handelsakkoord, maar heeft er geen zicht op of deze eis zal standhouden.
Ook de regeling rond gegevensbescherming wil Europa liever uit het akkoord houden.
De onderhandelaars willen het eens worden over betere mogelijkheden om te investeren, over financiële diensten, over de EU-toegang tot de markt van openbare aanbestedingen en staatssteun, over technische voorschriften en intellectuele eigendomsrechten.
Staes: “We willen gedurende het hele onderhandelingsproces transparantie, inzage in de documenten in élke fase, informatie over de stand van zaken, consultatie van het middenveld en andere betrokkenen over elk mogelijk onderdeel… en de mogelijkheid om ons ongenoegen te uiten voor het te laat is. Dit zijn te belangrijke zaken om in achterkamertjes te beslissen. We weten allemaal dat de EU en VS samen een tegenmacht kunnen vormen tegen China, maar dat betekent niet dat we onze eigenheid moeten verliezen en afspraken moeten maken wiens eenheidsworst er bij voorkeur zal worden geserveerd.”
Mede op initiatief van Bart Staes, diende de groene fractie in het Europees Parlement een alternatieve resolutie in ten aanzien van het onderhandelingsmandaat.
Pleidooi voor meer mededogen en solidariteit
Europarlement wil afrekenen met aanhoudende bankencrisis
Het Europarlement stemde vandaag in met het nieuwe Europese bankentoezicht door de Europese Centrale Bank, en eerder deze week namen Europarlementsleden nieuwe regels aan voor het ontmantelen van wankelende banken.
Europees parlementslid Bart Staes (Groen): “Vijf jaar na het omvallen van Lehmann Brothers houden zombiebanken die teveel risico namen de Europese economie nog altijd in gijzeling. Door samen te werken en door strenge regels die belastingbetalers beschermen tegen de verliezen van banken, krijgen de EU-landen langzaam weer greep op de economie.”De hoofdonderhandelaar van het Europees Parlement, Sven Giegold (Duitse Groenen), dwong in de onderhandelingen met de Raad van Ministers democratische controle af op het bankentoezicht van de Europese Centrale Bank. De ministers gingen akkoord met nieuwe bevoegdheden voor de nationale parlementen en het Europees Parlement. Staes: “De definitieve goedkeuring van de afspraken door het EP volgt nog om zo druk op de ECB en de Raad te houden. Het gaat er niet om dat we de ECB aan de politieke ketting willen leggen en de onafhankelijkheid in vraag stellen, het gaat er om dat democratisch toezicht onmisbaar is in deze nieuwe Europese constructie.”
De strijd gaat er over dat de nationale parlementen de Europese toezichthouder ter verantwoording mogen roepen en het Europees Parlement het enquêterecht krijgt. Ook moet het Europees Parlement de benoeming van de personen die het Europese toezicht gaan leiden goedkeuren. Staes: “Europees democratisch toezicht is cruciaal op een sector die grensoverschrijdend is en die door zwak nationaal toezicht veel teveel risico's nam de laatste jaren en daarmee hele samenlevingen in de huidige crisis stortte.”Eerder deze week stemde de commissie Economische Zaken van het Europarlement over nieuwe regels voor banken in nood die belastingbetalers en spaarders tot maximaal 100.000 euro beschermen bij een dreigend faillissement. Met deze nieuwe regels moeten banken herstelplannen presenteren en zijn regels opgesteld over waar de rekening terecht komt als het misgaat.
Daarmee komen helderheid en voorspelbaarheid in het afwikkelen van bankenproblemen in de plaats van de paniek op de financiële markten, zoals dat bij de chaotische aanpak van Cyprus het geval was.Staes: “De verliezen die onvermijdelijk zijn bij het ontmantelen van zombiebanken, moeten terecht komen bij hen die de risico's namen en zo min mogelijk bij belastingbetalers en spaarders.”Groen benadrukt dat de Europese bankenunie hiermee niet af is. De bankensector is in veel landen veel groter dan de nationale economie en vormt daarmee nog altijd een gevaar voor de eurozone. De EU moet vaart maken met een Europese stroppenpot, gevuld door de banken zelf, en een Europees depositogarantiestelsel. Ook wil Groen dat de Europese Commissie snel met voorstellen komt voor het scheiden van bankactiviteiten zodat banken niet langer kunnen gokken met spaargeld.
http://www.dehoofdzondenvanbanken.eu
Interculturele ouderzorg als hefboom voor meer zorg op maat
Normal 0 21 false false false NL-BE X-NONE X-NONE MicrosoftInternetExplorer4 /* Style Definitions */ table.MsoNormalTable {mso-style-name:Standaardtabel; mso-tstyle-rowband-size:0; mso-tstyle-colband-size:0; mso-style-noshow:yes; mso-style-priority:99; mso-style-qformat:yes; mso-style-parent:""; mso-padding-alt:0cm 5.4pt 0cm 5.4pt; mso-para-margin:0cm; mso-para-margin-bottom:.0001pt; mso-pagination:widow-orphan; font-size:11.0pt; font-family:"Calibri","sans-serif"; mso-ascii-font-family:Calibri; mso-ascii-theme-font:minor-latin; mso-fareast-font-family:"Times New Roman"; mso-fareast-theme-font:minor-fareast; mso-hansi-font-family:Calibri; mso-hansi-theme-font:minor-latin; mso-bidi-font-family:"Times New Roman"; mso-bidi-theme-font:minor-bidi;}
Mede-organisator Elke Van den Brandt (Groen): “Werk maken van cultuurgevoelige zorg betekent dat we onszelf en ons eigen model van ouderzorg in vraag moeten stellen. Hoe gaan wij om met ouderen, hoe gaan we om met zorg?“
Dit is geen gemakkelijke opdracht. Er bestaat, daar wezen verschillende sprekers op, niet zoiets als dé autochtone en dé allochtone senior. Er zijn niet alleen verschillen tussen beide groepen, maar ook binnen beide groepen. En er zijn zelfs een hoop gelijkenissen tussen beide groepen. De wil om thuis, in de vertrouwde omgeving, te blijven wonen of het gebrek aan anticipatie op het ouder worden, de nood aan vertrouwenspersonen en persoonlijke contacten. Bovendien zijn de problemen waar allochtone senioren mee te maken hebben niet enkel cultureel gelinkt. In heel wat gevallen is er sprake van een accumulatie van achterstellingpatronen, armoede (laag scholingsniveau, klein pensioen, taaldrempels, gezondheidsproblemen, huisvestingsproblemen). In die zin mogen we ook niet in de val trappen van overculturalisering.
Het is onze verantwoordelijkheid als overheid om nu werk te maken van een ouderenzorgbeleid met een voldoende groot kwalitatief aanbod dat door iedereen, van welke origine ook, gekend is en dat rekening houdt met cultuurgebonden gevoeligheden. Van den Brandt: “We moeten differentiëren. Als we door een multiculturele aanpak evolueren naar zorg op maat, kleinschaliger projecten, buurtgerichtheid dan wint iedereen hierbij, ook de autochtone senior, dan evolueren we naar een warmer zorgsysteem.”
Improvisatie met headhunter kan politieke koehandel niet maskeren
De vijf gedelegeerde bestuurders zijn in loondienst of hebben een mandaatovereenkomst. Van Hecke: ”Door met een headhunter te werken gieten CD&V, Open VLD en SP.A een saus van objectiviteit over de politieke benoemingen. Dit soort politieke koehandel brengt de onafhankelijkheid en de integriteit van de federale overheidsdiensten in het gedrang.”
Groen sluit zich aan bij de kritiek van staatssecretaris van Ambtenarenzaken Hendrik Bogaert (CD&V) die deze werkwijze betreurt. “De bevoegde staatsecretaris wordt echter door de regering buitenspel gezet. Zelfs de bevoegdheden van de ministers moeten wijken voor de plannen van de traditionele partijvoorzitters”.
De ellenlange regeringsvorming heeft het vertrouwen in de politiek is serieus gekelderd en de klassieke tripartite had de kans moet grijpen om dat vertrouwen weer op te krikken. “Nieuwe politieke cultuur is bij de traditionele partijen blijkbaar alleen iets voor in de verkiezingsprogramma’s. Eénmaal aan de macht vergeten CD&V, Open VLD en SP.A dit snel,” besluit Van Hecke.
Duizenden Viktors in dit land
Of ze het zelf beseffen weet ik niet, maar Viktor en zijn ouders bieden een geweldige window of opportunity om structureel te hervormen. Sommige ziektes mogen dan zeldzaam zijn, er zijn genoeg patiënten die eraan lijden om een structureel beleid op poten te zetten. Minister Onkelinx onderhandelde onlangs een deal met het farmabedrijf Alexion voor de terugbetaling van het zeldzame medicijn Soliris. Ze redde zo het leven van Viktor, maar intussen blijven patiënten met al even zeldzame en levensbedreigende ziektes zich aanmelden met levensbelangrijke vragen tot terugbetaling (DS 21 mei).
De terugbetaling van weesgeneesmiddelen (geneesmiddelen voor zeldzame ziektes) moet niet alleen, maar kan ook voor elke patiënt. De kosten voor de terugbetaling van alle weesgeneesmiddelen bedragen zo’n 130 miljoen euro, zo leert een schatting van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg. Maar het bedrag dat we in België kunnen uitsparen door overconsumptie in de gezondheidszorg aan te pakken loopt op tot 1,3 miljard euro, zegt gezondheidseconoom Lieven Annemans (UGent). Dat is het tienvoud.
Het kan met minder
Elke ouder in België is gedegouteerd door het steekspel over dure medicijnen, met het leven van een kind als inzet. Levensreddende medicijnen moeten voor iedereen toegankelijk en betaalbaar zijn. Overconsumptie aanpakken en zoeken naar efficiëntiewinsten kunnen financiële ruimte creëren om dat te realiseren. Niet alleen voor Viktor, maar ook voor alle anderen.
De minister van Volksgezondheid moet het momentum aangrijpen en hervormen. Dat betekent werken aan intelligente financiering van ziekenhuizen en ziekenhuisartsen. Dat hervormingen uitblijven, is nefast voor onze portemonnee, maar ook voor de gezondheid van de patiënt. Experts schatten dat het aantal radiografieën en CT-scans met 30 procent zou kunnen verminderen zonder kwaliteitsverlies en met minder stralingsschade voor de patiënt.
Artsen en ziekenhuizen moeten verder worden geresponsabiliseerd. Op die manier kan je voorschrijfgedrag, heropnames, samenwerken tussen artsen gericht belonen of bestraffen. Telkens vertrekkend vanuit het belang van de patiënt. Nu worden technische prestaties zoals CT-scans, bloedafnames en lab-analyses veel meer beloond dan persoonlijke consultatie. Ook samenwerking tussen artsen wordt nauwelijks aangemoedigd. Nochtans zijn beide elementen cruciaal voor een goede opvolging van de patiënt en om dubbele onderzoeken te vermijden. Met duidelijke streefcijfers kunnen we per ziekenhuis, afdeling of arts de strijd aangaan tegen overconsumptie.
Nog steeds wordt er te veel medicatie voorgeschreven waarvan de artsen zelf weten dat ze niet werkt. Nochtans bestaan er duidelijke richtlijnen voor artsen wanneer welke medicatie verantwoord is. Alleen worden ze te weinig opgevolgd. Bovendien wordt in een recent vonnis van de Raad van State de bevoegdheid beknot van de controleartsen van het Riziv om overconsumptie vast te stellen, terwijl we de controle- en sanctiemechanismen net wettelijk moeten versterken.
De juiste prijs
Ook de farmasector gaat niet vrijuit. De overheid mag de ontwikkeling van weesgeneesmiddelen niet ontmoedigen. Er valt dus veel te zeggen voor de huidige Europese garantie die tien jaar exclusiviteit op de markt garandeert aan de producent van een geneesmiddel voor een zeldzame ziekte. Zonder die garantie had een geneesmiddel als Soliris wellicht nooit bestaan. Maar in ruil voor overheidssteun is er meer transparantie noodzakelijk over hoe de prijszetting van deze farmaceutische bedrijven tot stand komt. Staat de gevraagde prijs in verhouding tot de ontwikkelingskosten? Een sterke overheid kan een antwoord op die vraag afdwingen en daar consequenties aan verbinden. Het maatschappelijk draagvlak is groot.
Pleidooi voor culturele vrijheid
In de jaren ’80 en ’90 bestond onze samenleving uit een blanke ‘Belgische’ meerderheid en een beperkt aantal minderheden van Zuid-Europese, Maghrebijnse en Turkse origine. Die minderheden zijn vandaag in aandeel gegroeid en bovendien zijn er een pak nieuwe minderheden bijgekomen uit de rest van Europa, uit Afrika, het Midden-Oosten, Zuid-Amerika,… Volgens het Centrum voor Gelijkheid van Kansen waren er in 1991 ongeveer 1,2 miljoen landgenoten niet als Belg geboren, begin 2010 was dat aantal opgelopen tot 1,9 miljoen.
Vooral de groei van al deze minderheden in de jaren 2000 is opvallend: 41% op 10 jaar tijd tegenover 13% tijdens de jaren ‘90. Daarbij komt nog een onbekend maar groot aantal landgenoten die als Belg geboren zijn maar die een ouder (of grootouder) hebben die niet als Belg geboren werd. Niet alleen in Brussel of Antwerpen is het aantal nationaliteiten en talen geëxplodeerd, het is een fenomeen dat zich in heel Vlaanderen voltrekt, denk maar aan Aalst, Vilvoorde, Sint-Niklaas,… Zelfs in gemeenten als Boom duiken nu debatten op rond hoofddoeken, Menen voelt zich geroepen om naar Antwerps voorbeeld een vreemdelingentaks in te voeren.
Superdiversiteit wijst op de evolutie van migratie van ‘mensen uit een klein aantal landen van herkomst naar een klein aantal gastlanden’ naar ‘mensen uit een zeer groot aantal landen van herkomst naar een zeer groot aantal gastlanden’. Etnisch-culturele achtergrond wordt steeds minder een indicatie, omdat (nazaten van) immigranten steeds meer verschillen qua opleiding, werk en inkomen en groepen met elkaar mengen.
Het is onvermijdelijk dat deze superdiversifiëring van onze samenleving zich verder zal doorzetten. In veel landen zal de drang om naar de EU te migreren eerder toe- dan afnemen. Zelfs al verstrengen we ons immigratiebeleid, dan nog leert het verleden dat via volgmigratie en demografische groei, geïmmigreerde bevolkingsgroepen een aantal decennia lang sterk aangroeien. Eurostat berekende dat de Belgische bevolking tegen 2060 met 24 procent zal stijgen tot 13,5 miljoen Belgen, voor het grootste deel door de migratie. Politici die het voorstellen alsof deze klok kan teruggedraaid worden, maken de bevolking blaasjes wijs. De vraag is niet hoe we deze superdiverse samenleving kunnen doen verdwijnen, de vraag is hoe we ermee omgaan.
Hoewel deze superdiversiteit ons land vooruit stuwt (demografisch, economisch, cultureel,…), verloopt ze heel moeizaam. Mensen die hier al lang wonen, voelen zich bedreigd. Aan de andere kant ondervinden Vlamingen en Brusselaars van vreemde afkomst dagelijks de uitsluiting aan den lijve zodat onder minderheden de tendens toeneemt om zich af te zonderen. ‘60% van de moslimjongeren denkt dat de Vlaamse maatschappij hen nooit als geïntegreerd zal beschouwen, slechts 30% voelt zich aanvaard door de Vlaamse maatschappij,’ concludeerde een recent onderzoek in opdracht van de Gazet van Antwerpen.
Deze zinderende maatschappelijke spanning uit zich ook in het taaldebat. Meertaligheid rukt op. Volgens Kind en Gezin spreekt bijna een kwart van de jonge moeders in Vlaanderen geen Nederlands met hun kinderen. Veel Vlamingen vinden dit bedreigend omdat er voortdurend nieuwe mensen naar hier komen die de taal niet spreken. Ze hebben het gevoel dat de integratieklok telkens wordt teruggedraaid.
Het momenteel dominante ideologische antwoord in vele Europese landen op deze culturele superdiversiteit, is een versterkt teruggrijpen naar een monocultureel ideaal. In “De nieuwe religieuze intolerantie” (2012) betoogt de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum dat in Europa homogeniteit en culturele assimilatie altijd het overheersende paradigma zijn geweest. Nussbaum vergelijkt Europese landen met gated communities. De lokale variant daarvan is bij ons de N-VA-ideologie, met als dominante en publieke cultuur ‘de Vlaamse cultuur’. Nieuwkomers moeten ‘hun cultuur’ privé houden, de publieke cultuur erkennen en zich engageren om eraan deel te nemen. Deze invulling van burgerschap draait de zaken om: je bent geen burger omdat je hier woont, je wordt pas burger als je de dominante cultuur omarmt.
Nu N-VA steeds meer beleidsverantwoordelijkheid krijgt, wordt deze ideologie ook omgezet in concreet beleid. De N-VA zweept de Vlaamse regering op – CD&V en sp.a laten dit gebeuren – om inzake taal een schild-en-vriendbeleid te voeren: de verwerving van het Nederlands geldt als voorwaarde tot deelname aan de samenleving. “Wie mijn taal spreekt, behoort tot mijn club,” zo verwoordde Bart De Wever het ooit. Het inburgeringsbeleid van Geert Bourgeois vertaalt dit concreet: je bent niet langer ingeburgerd als je een inspanning hebt geleverd om Nederlands te leren, maar pas als je slaagt in een examen Nederlands.
Kennis van het Nederlands is noodzakelijk om elkaar te verstaan en dus voor de sociale samenhang. Maar op dit moment is er iets anders aan de gang. Taal wordt gebruikt als uitsluitingsmechanisme en werkt zo de sociale samenhang actief tegen. Minister van Inburgering Bourgeois schiet in een kramp als ambtenaren in een andere taal dan het Nederlands tweeten en Vlaams parlementsvoorzitter Jan Peumans ziet nog liever een lege tekstballon dan een niet-Nederlandstalige tekst. Ook op lokaal vlak gaan de eerste maatregelen van nieuwe gemeentebesturen onder leiding van N-VA in coalitie met de klassieke partijen – Aalst op kop - opvallend vaak over culturele en religieuze aangelegenheden, zoals de plaats van symbolen van de cultuurgemeenschap (Vlaamse vlag en feestdag) en taalgebruik.
Het is goed en nodig dat we nieuwe antwoorden zoeken op de veranderde context van culturele superdiversiteit. De monoculturele piste die in Vlaanderen en Europa opgeld maakt, is voor mij echter de verkeerde. Ze verhoogt maatschappelijke spanningen en geeft vele Vlamingen het gevoel er niet bij te horen.
Ik wil daarentegen een krachtig pleidooi houden voor culturele vrijheid als antwoord op de superdiverse samenleving. Hoe sterk en bevrijdend is de gedachte dat we onze eigen opinie mogen vormen. Dat we mogen geloven wat we willen, onze eigen voorkeuren en uiterlijkheden bepalen. ‘Cultuur’ kregen we onopgemerkt doorgegeven in het gezin en de samenleving. Het is goed dat die patronen ook in vraag gesteld kunnen worden. En de aanleiding daarvoor is vaak de confrontatie met andere culturen. De toonaangevende Britse politicoloog Bhikhu Parekh schreef daarover: “Geen enkele cultuur draagt alles wat van waarde is in zich en ontwikkelt alle menselijke mogelijkheden. Verschillende culturen corrigeren elkaar en vullen elkaar aan. (…) Culturele diversiteit is een belangrijk onderdeel en voorwaarde voor menselijke vrijheid. (…) Culturele diversiteit is een objectief goed, omdat het zo’n onmisbare voorwaarden voor menselijke vrijheid creëert zoals zelfkennis, zelfrelativering en zelfkritiek.”
Culturele vrijheid heeft niks te maken met cultuurrelativisme. Culturele vrijheid betekent dat we respect moeten hebben voor het recht van gemeenschappen om culturen uit te bouwen, maar niet dat elke culturele praktijk op evenveel respect moet kunnen rekenen. De aanhangers van de monocultuur maken de denkfout dat, vermits sommige culturen hoger ingeschat kunnen worden dan andere, ze zich aan die andere cultuur mogen opdringen, en negeren zo het recht zelf op de eigen cultuur. Cultuurrelativisten maken de omgekeerde denkfout dat we, aangezien iedereen recht heeft op een eigen cultuur, geen kritiek mogen geven op de inhoud ervan. Integendeel, voor mij zijn cultuur- en godsdienstkritiek bijzonder belangrijk in een samenleving.
De voorstanders van de monocultuur stellen dat een gemeenschappelijke cultuur nodig is om samenhang te kunnen organiseren. Het tegendeel is waar. Het zal makkelijker worden als we het idee van de culturele homogeniteit begraven. Want een culturele invulling van ‘Vlaams burgerschap’ zal altijd verdelend werken. Zo’n concept heeft immers nood aan een culturele definitie van wat een goede burger is, en die definitie is dan gemodelleerd op de dominante cultuur. Iedereen die daar buiten valt, voelt zich buitengesloten en wordt niet aangesproken op het verantwoordelijkheidsgevoel.
Als we aan gemeenschapsvorming willen doen, is het contraproductief om daar een culturele saus over te gieten. We zullen het gemeenschapsgevoel niet bereiken door mensen de geschiedenis van de Guldensporenslag bij te brengen of ze een taalexamen te laten afleggen. Gemeenschapsvorming loopt via de weg van dialoog tussen burgers en groepen, op straat, in verenigingen, in het onderwijs, op de werkvloer, in de gemeenteraad, in het parlement. De overheid moet die dialoog permanent en overal organiseren en ondersteunen.
Via zo’n permanente dialoog kunnen en moeten er heldere grenzen getrokken worden en kan er in één adem ook besloten worden tot ‘redelijke aanpassingen’. We kunnen met alle belangrijke gemeenschappen in onze samenleving samen beslissen een rode lijn te trekken tegen vrouwenbesnijdenis, polygamie, huiselijk geweld, lijfstraffen, racisme, discriminatie, verbaal geweld in de publieke ruimte, enzovoort. Culturele gebruiken zijn nooit een excuus om tegen de mensenrechten of de wettelijkheid in te gaan. Tegelijk zouden we het ook eens kunnen worden over redelijke aanpassingen zoals het toestaan van verlof op verschillende momenten voor religieuze feestdagen.
Burgerschap is sociaal en politiek van aard. Het is via dialoog en gezamenlijke besluitvorming dat de gemeenschap zal opgebouwd worden. In een context van uit elkaar drijvende morele overtuigingen, steeds meer verschillende culturen en op elkaar stapelende loyauteiten, bouwen we een democratie uit die culturele verschillen waardeert voor wat ze zijn, waarin grenzen in overleg worden afgebakend en waar alle burgers het gevoel hebben erbij te horen. En hoe een kunstwerk wordt afgebeeld, laten we over aan de kunstenaars.
Lees het volledig essay verschenen in de mei-editie van Samenleving en politiek
Belgische regering geeft groen licht voor ontginning Noordpool
De Groen-Ecolo fractie had de leden van de Raad van Bestuur van Delcredere dinsdag in een brief opgeroepen om dit niet goed te keuren. Groen vroeg aan de vertegenwoordigers van de federale ministers Johan Vande Lanotte (sp.a), Koen Geens (CD&V) en Didier Reynders (MR) om hun vetorecht in de Raad van Bestuur van Delcredere te gebruiken. Calvo: “Dit Noordpoolproject is een categorie A en heeft een grote milieu-impact. De werken van De Nul maken het mogelijk dat de haven Sabetta als uitvalsbasis wordt gebruikt om olie en gas uit het Russische noordpoolgebied te exploiteren.”
In de goedgekeurde resolutie van 11 januari 2011 werd een internationaal moratorium verkondigd voor de exploratie en de winning van minerale rijkdommen. “De huidige klassieke triparte legt deze resolutie naast zich neer. De bouw van de haven is een cruciale stap om de grondstoffen onder het poolijs te gaan ontginnen. Het milieu moet wijken voor het korte termijn winstbelang en de jacht op de grondstoffen. Het ergste is dat de regering hier moedwillig aan mee werkt.”, besluit Calvo
Olieramp op zee voortaan betaald door EU-burgers
Bart Staes, die destijds na de olieramp in Amerika met zijn Nederlandse GroenLinks-collega Bas Eickhout de discussie over de Europese veiligheidsregels aanzwengelde, is teleurgesteld in de uitkomst van de concrete wetgeving.
Staes: “De explosie op het booreiland Deepwater Horizon toonde aan welke verwoestende gevolgen een olieramp kan hebben. We kunnen niet voorzichtig genoeg zijn. Helaas stelt een meerderheid van lidstaten de commerciële belangen van de eigen olie-industrie boven het vergroten van de veiligheid van alle burgers.”
De groenen pleiten al vanaf het begin van de discussie voor strengere Europese veiligheidseisen inclusief een echt Europese toezicht, onder andere bij het inspecteren van booreilanden. Een olievlek houdt zich immers niet aan de landsgrenzen. Helaas weigerden landen met een grote offshore olie-industrie, daaraan mee te werken.
Ook de aansprakelijkheid van oliemaatschappijen, zoals Shell, is niet vastgelegd in de voorstellen. Ze worden niet verantwoordelijk voor alle civiele, financiële en milieuschade bij een ongeluk bij het winnen van olie op zee. Bart Staes: “De verwoestende gevolgen van een olielek leiden tot miljarden euro's aan schade. We zouden waterdichte afspraken moeten maken over de verantwoordelijkheid, zodat de Europese burger niet achteraf opgezadeld wordt met de rekening van een schoonmaakoperatie.”
Tenslotte kreeg ook een moratorium op boren op de Noordpool en de noordelijke IJszee geen steun van de EU-lidstaten, waar het Europarlement zich op initiatief van Staes en Eickhout reeds in maart 2013 voor uitsprak. Boren op de Noordpool is onverantwoord vanwege de hogere risico's op een olieramp. Oliemaatschappijen zijn simpelweg niet toegerust op de extreme omstandigheden in het kwetsbare Arctische gebied. Staes:“In één van de laatste grote ongerepte natuurgebieden in de wereld zijn de gevolgen van een ramp niet te overzien”. Staes en Eickhout dienden ook een amendement in dat de lidstaten vraagt zich te onthouden van offshoreboringen in de buurt van toeristische of geologisch onstabiele gebieden, of in gebieden waar de gevolgen voor de kustgemeenschappen en het mariene milieu rampzalig zouden zijn. Dit amendement heeft betrekking op de plannen naar olie te gaan boren nabij de Canarische eilanden, m.n. Lanzarote. Deze plannen stuiten op groot verzet van de plaatselijke bevolking. Het is onzinnig te boren in aardbevingsgebied. Een mogelijk ongeval zou zowel op economisch als milieugebied een catastrofe betekenen voor de toeristische infrastructuur van de Canarische eilanden.
Minister Vandeurzen wil naast gehandicapten ook kinderen met problemen tegen elkaar uitspelen
Vandaag stemt de commissie Welzijn het decreet integrale jeugdhulp dat de sector van de jeugdzorg grondig wil hervormen. Een onderdeel van dat decreet is de invoering van een Regionale Prioriteitencommissie (RPC). “Er wordt een hele logge procedure opgezet waarbij een commissie indicatie beslist of er dringende hulp nodig is. Een voorbeeld: een kind kan echt niet langer thuis blijven, het wordt verwaarloosd, gaat niet naar school en wordt regelmatig geslagen. Het is duidelijk dat de overheid hier haar verantwoordelijkheid moet nemen. Maar, net zoals in de gehandicaptensector, zijn er tekorten en wachtlijsten. Er is dus geen plaats voor dit kind. Daarom bepaalt artikel 26 van het decreet dat dit ‘dossier’ wordt voorgelegd aan de RCP. Samen met andere ‘dossiers’ die even schrijnend zijn. De RCP beslist vervolgens wie er hulp krijgt en wie niet. Deze beslissing wordt genomen boven de hoofden van de jongere, zijn familie en de betrokken hulpverleners.”
“Het decreet integrale jeugdhulp zoals het nu voorligt, staat haaks op het recht op opvang voor kinderen en jongeren,” vindt Vogels. “Sommige kinderen worden geholpen, anderen blijven zonder enige hulp achter. De overheid wordt zo mee schuldig aan kindermishandeling en dat is onaanvaardbaar. Wie zal er trouwens de belangen van deze kinderen vertegenwoordigen in de RPC? In de jeugdzorg bestaan er immers geen gebruikersverenigingen.”
Budgettaire schaarste is volgens Vogels geen excuus om de kop in het zand te steken en de meest kwetsbare kinderen in de kou te laten. Daarom dient ze vandaag in de commissie Welzijn een reeks amendementen in om aan te tonen dat het ook anders kan en de meerderheid op haar verantwoordelijkheid te wijzen. Ze ijvert onder meer voor een trajectbegeleider. Deze persoon is uit besparingsoverwegingen uit het decreet integrale jeugdhulp geschrapt. “De trajectbegeleider is essentieel binnen de jeugdhulpverlening,” stelt ze. “Hij vormt de vertrouwenspersoon van de jongere. Hij moet de rechten van deze jongere vrijwaren en samen met de overheid, de voorziening, de jongere zelf én diens omgeving blijven zoeken tot er een oplossing. De toekomst van onze jeugd is té belangrijk om ze over te laten aan de willekeur van een onpersoonlijke commissie. De hervorming van de jeugdhulp staat of valt met de introductie van de trajectbegeleider.”
Erkenning buitenlandse diploma's: sneller, maar veel duurder
De Vlaamse regering wil de procedure voor de erkenning van buitenlandse studiebewijzen versnellen en toegankelijker te maken. Groen juicht het idee toe. “Momenteel is het erg omslachtig om je diploma als buitenlander te laten erkennen in Vlaanderen. Prima dus dat de regering deze procedure vlotter wil laten verlopen. Vlaanderen heeft er alleen maar baat bij dat immigranten die hier (definitief) mogen verblijven, hun kwalificaties ten volle kunnen benutten. Dat deze mensen hun diploma gelijkgeschakeld krijgen, is niet alleen goed voor henzelf maar voor de hele samenleving: als ze volgens hun kwalificaties kunnen werken, raken knelpuntvacatures ingevuld, zijn er meer inkomsten voor belastingen en sociale zekerheid, enzovoort,” meent Meuleman.
Om deze procedure sneller te laten verlopen, wil de regering de aanvragers extra geld per aanvraag en per studiebewijs aanrekenen. “Het geld om de procedure te versnellen, moet uiteraard van ergens komen, maar toch vragen we aandacht voor de armere aanvragers. Het bedrag schommelt tussen 90 euro voor een aanvraag in het secundair onderwijs en 500 euro in het hoger onderwijs. Dat is veel geld voor wie het niet breed heeft. Daarom vraagt Groen een decretale regeling om sociale correcties mogelijk te maken” aldus Meuleman.
“Een peperdure versnelde procedure zonder sociale correcties in het leven roepen, zal leiden tot een beleid op twee snelheden. Een beleid voor arme nieuwkomers en een voor rijke nieuwkomers. Daarmee lapt de Vlaamse regering internationaal aangegane engagementen aan haar laars,” zegt Meuleman. Naast Groen pleiten ook de adviesraden VLOR en SERV voor een goedkoper tarief voor de minder begoeden.
Arbeidsmarktbeleid van minister Muyters viseert minst begoeden
De meeste gebruikers van het systeem van loopbaanbegeleiding zijn zeer positief. Dat minister Muyters, op een moment dat de arbeidsmarkt onder druk staat, dit nu betalend maakt is onverstandig. ‘Het lijkt erop dat minister Muyters gewoon extra inkomsten zoekt op de kap van werkenden die op termijn iets anders willen doen,’ stelt Rzoska vast. ‘Dat terwijl prognoses voorspellen dat we nog tot 2015 te maken zullen hebben met een krimpende arbeidsmarkt. En het dus nu net belangrijk is dat werkenden een juiste inschatting kunnen maken van wat hun sterktes en zwaktes zijn zodat ze heel gericht hun vaardigheden kunnen inzetten voor de juiste job.’
Het Vlaamse parlementslid merkt een rode draad op in het beleid van minister Muyters. 'Muyters voert de laatste tijd een cynisch arbeidsmarktbeleid, dat geen rekening houdt met de economische context die verre van gunstig is. De afbouw van het aantal werkwinkels en het afbreken van de WIS-computers treft als eerste de meest kwetsbare doelgroepen op de arbeidsmarkt op een moment dat de werkloosheid is gestegen en zowat 1 op 2 werkzoekenden laaggeschoold zijn
Met zijn beslissing om loopbegeleiding voortaan betalend te maken treft minister Muyters werkenden die twijfelen om hun loopbaan heroriënteren. Deze extra drempel zal ervoor zorgen dat minder mensen ervoor kiezen om hun loopbaan een andere wending te geven. En ook hier zullen het alweer de minst begoeden zijn die het eerste getroffen worden. Voor hen weegt die 40 euro het zwaarste door. ‘Ik vind het onverstandig dat een minister van Werk een beleid voert dat dat haaks staat op de economische realiteit,’ besluit Rzoska.
Groen viert trots mee op Gay Pride
Staatssecretaris Bruno De Lille is in het Brusselse gewest bevoegd voor gelijke kansen en nam de voorbije jaren tal van initiatieven rond het samenleven en de gelijke rechten van holebi’s en transgenders. “Ik ben trots op wat we tot nu toe hebben bereikt in Brussel. En deze trots is ook één van de basispijlers van de Pride. Pride betekent trots zijn op de vooruitgang, op de overwinningen in de strijd. Maar het slaat ook op de trots, de wil en de moed om door te zetten. In Brussel zetten wij dus volop onze strijd verder tegen de discriminatie en voor de emancipatie van de LGBT-gemeenschap." De Lille boekte in Brussel de voorbije jaren vooruitgang in de strijd tegen homofobie onder meer met de campagne Meld Geweld, met opleidingen voor de politie om beter om te gaan met slachtoffers van homofoob geweld en referentie-agenten in een aantal politiezones. Brussel werd lid van het internationale netwerk Rainbow Cities en Visit Brussels promoot Brussel ook als een Gay-bestemming.
Deze pride is ook de gelegenheid om de tiende verjaardag van het homohuwelijk te vieren, een realisatie van paarsgroen waar Groen en Ecolo destijds hard en met succes voor geknokt hebben. “Hierop terugblikkend na tien jaar is het zonneklaar dat voor die wet de term “historisch” zeker op zijn plaats is,” aldus Kristof Calvo. “Vele landen zijn ons sindsdien gevolgd en niemand kijkt nog op van een homohuwelijk in een van onze gemeentehuizen. En terecht."
Mieke Vogels verzet zich tegen invoering Regionale Prioriteitencommissie in bijzondere jeugdzorg
Zes vertegenwoordigers van de gebruikers in de gehandicaptensector kondigden vandaag in De Standaard aan dat ze uit de Regionale Prioriteitencommissie (RPC) van Oost- Vlaanderen stappen. Ze kunnen de schrijnende toestanden die deze commissie in stand houdt niet langer aanzien. “De RPC is in het leven geroepen om de schaarste te verdelen,” legt Mieke Vogels uit. “Er is te weinig geld om iedereen die er recht op heeft de nodige zorg te verlenen. Er wordt gewerkt op basis van een dossier dat wordt opgemaakt door een vertrouwenspersoon. Of iemand hulp krijgt, hangt simpelweg af van het feit hoe hard deze persoon het dossier kan dramatiseren. De meest schrijnende gevallen winnen, de andere schrijnende gevallen blijven in de kou staan. Deze commissie hoort de betrokken cliënt niet en voor de hulpvrager is er geen enkele transparantie. In tegenstelling tot de mooie uitgangspunten wordt er niet mét, maar wel boven het hoofd van de cliënt gehandeld. Het is de commissie die oordeelt of een toestand onhoudbaar is, niet de gehandicapte of zijn omgeving.”
Minister Vandeurzen wil ditzelfde systeem nu ook invoeren in de jeugdzorg. Hij legt hiervoor de basis in het decreet integrale jeugdhulp dat volgende dinsdag in de commissie Welzijn wordt gestemd en dat de sector van de jeugdzorg grondig hervormt. “Er wordt een hele logge procedure opgezet waarbij een commissie indicatie beslist of er dringende hulp nodig is. Een voorbeeld: een kind kan echt niet langer thuis blijven, het wordt verwaarloosd, gaat niet naar school en wordt regelmatig geslagen. Het is duidelijk dat de overheid hier haar verantwoordelijkheid moet nemen. Maar, net zoals in de gehandicaptensector, zijn er tekorten en wachtlijsten. Er is dus geen plaats voor dit kind. Daarom bepaalt artikel 26 van het decreet dat dit ‘dossier’ wordt voorgelegd aan de RCP. Samen met andere ‘dossiers’ die even schrijnend zijn. De RCP beslist vervolgens wie er hulp krijgt en wie niet. Deze beslissing wordt genomen boven de hoofden van de jongere, zijn familie en de betrokken hulpverleners.”
“Het decreet integrale jeugdhulp zoals het nu voorligt, staat haaks op het recht op opvang voor kinderen en jongeren,” vindt Vogels. “Sommige kinderen worden geholpen, anderen blijven zonder enige hulp achter. De overheid wordt zo mee schuldig aan kindermishandeling en dat is onaanvaardbaar. Wie zal er trouwens de belangen van deze kinderen vertegenwoordigen in de RPC? In de jeugdzorg bestaan er immers geen gebruikersverenigingen.”
Budgettaire schaarste is volgens Vogels geen excuus om de kop in het zand te steken en de meest kwetsbare kinderen in de kou te laten. Daarom dient ze volgende week dinsdag in de commissie Welzijn een reeks amendementen in om aan te tonen dat het ook anders kan en de meerderheid op haar verantwoordelijkheid te wijzen. Ze ijvert onder meer voor een trajectbegeleider. Deze persoon is uit besparingsoverwegingen uit het decreet integrale jeugdhulp geschrapt. “De trajectbegeleider is essentieel binnen de jeugdhulpverlening,” stelt ze. “Hij vormt de vertrouwenspersoon van de jongere. Hij moet de rechten van deze jongere vrijwaren en samen met de overheid , de voorziening, de jongere zelf én diens omgeving blijven zoeken tot er een oplossing. De toekomst van onze jeugd is té belangrijk om ze over te laten aan de willekeur van een onpersoonlijke commissie. De hervorming van de jeugdhulp staat of valt met de introductie van de trajectbegeleider.”
Nucleaire veiligheid is ook een zaak van politici
Na bijna een jaar van veiligheidsproblemen haspelt deze regering het dossier nu snelsnel af. Calvo: “Gisterenavond is het rapport voorgesteld aan de bevoegde minister. Maar deze ochtend al geeft de regering de facto groen licht voor een onmiddellijke heropstart”, vervolgt hij. "Met nucleaire veiligheid kan je geen enkel risico veroorloven. Hier gaat de Regering van traditionele partijen letterlijk over één nacht ijs."
Groen vraagt een parlementaire hoorzitting en het betrekken van de kritische internationale experts. “Dat is de normaalste zaak van de wereld. Het is gek hoeveel weerstand er bestaat tegen een logische vraag om volledige transparantie en politieke verantwoordelijkheid. Waarom wil men dat niet?”
De voorbije maanden lieten onafhankelijke controle-agentschappen zoals AIB-Vinçotte, Bel-V en de Franse nucleaire waakhond ASN, zich zeer kritisch uit over de talrijke gebreken in de reactorvaten. Ook buitenlandse experten zoals Dieter Majer, voormalig directeur van het Duits nucleair controle-orgaan, bestempelden de heropstart als risicovol. Vorige week pleitte Luxemburgs premier Jean-Claude Juncker nog voor de sluiting van Tihange 2. “De vraag om volledige openheid en een evaluatie van internationale experten is dus doodnormaal. Dat niet doen, dat is abnormaal”, besluit Calvo.
Vernietiging blauwgrasland toont zwakte Vlaams natuurbeleid aan
“Het feit dat een Europees beschermde natuur in een handomdraai vernietigd kan worden, toont de zwakte van het Vlaamse natuurbeleid en de handhaving aan. Minister Schauvliege moet dringend meer doen dan wat ze nu doet,” zegt Vlaams parlementslid Dirk Peeters (Groen).
Dat Europees beschermde natuur in Diepenbeek zo snel kan vernietigd worden, bewijst niet alleen de kwetsbaarheid van onze natuur maar ook de zwakte van het Vlaamse natuurbeleid en de handhaving. “De uitvoering van het structuurplan Vlaanderen, meer bepaald de afbakening van het buitengebied, verloopt stroef. De Vlaamse regering haalt zijn planning en doelstelling niet. Vlaanderen moest voor 2012 bijkomend 40.000 ha natuur afbakenen om te komen tot 150.000 ha. Van deze afbakening is nog maar 40 % gerealiseerd. Vlaanderen moet nog 15.600 ha bijkomende natuur afbakenen. Met de bossen is het nog slechter gesteld, want daarvan is nog maar 22% gerealiseerd. De cijfers zijn bedroevend,” aldus Peeters.
Maar aanduiden en afbakenen is niet voldoende. Op het vlak van aankoop en beheer is dringend een inhaalbeweging nodig. Ook toezicht en handhaving op het terrein is nagenoeg onbestaande. Daarbij komt nog dat minister Schauvliege geen werk maakt van een gericht en noodzakelijk aankoopbeleid van natuur. Meer nog, in de begrotingscontrole 2013 worden de aankoopkredieten voor het Agentschap Natuur en Bos geschrapt waardoor er dit jaar geen aankopen zullen kunnen gebeuren.
De resultaten van dit non-beleid worden pijnlijk duidelijk in Diepenbeek.
Doel 3 en Tihange 2: Eerst antwoorden, dan pas regeringsbeslissing
“Gaat het kernkabinet morgen al een knoop doorhakken, terwijl de heropening door zoveel experten wordt gecontesteerd? Dat zou onverantwoord zijn. De premier verklaarde vandaag nog het dossier ernstig te willen benaderen. Na de vele kritische rapporten moeten er eerst antwoorden komen op de vele vragen. Eerder kan het kernkabinet geen beslissing nemen. Dit is fundameteel debat dat om openheid en eerlijkheid vraagt en dus om een parlementaire hoorzitting”, oordeelt Calvo.
De voorbije maanden lieten controle-agentschappen zoals AIB-Vinçotte, Bel-V en de Franse nucleaire waakhond ASN, zich zeer kritisch uit over de talrijke gebreken in de reactorvaten. Ook buitenlandse experten zoals Dieter Majer, voormalig directeur van het Duits nucleair controle-orgaan, bestempelden de heropstart als risicovol.
Groen en Ecolo hebben daarom voorzitter van de subcommissie veiligheid, Willem-Frederik Schiltz (Open VLD), gevraagd om zo snel mogelijk een hoorzitting te organiseren.
"Verkeersveiligheidsbarometer is vals argument om ring te verbreden" (Groen)
De ring rond Brussel uitbreiden met extra rijstroken, zal niet voor minder verkeersongelukken zorgen. “Minister Crevits verwijst naar de verkeersveiligheidsbarometer om haar stelling te beargumenteren. Deze verwijzing gaat echter niet op. De verkeersveiligheidsbarometer maakt inderdaad gewag van meer auto-ongelukken in Vlaams-Brabant, maar nergens staat vermeld dat dit over de Brusselse ring gaat. Vlaams-Brabant telt heel wat meer wegen én snelwegen dan alleen de Brusselse ring. Daarnaast toont de barometer aan dat er steeds meer voetgangers en fietser verkeersslachtoffer zijn. Maar op de Brusselse ring zijn er geen voetgangers of fietsers. Kortom, de verbreding van de ring is geen intellectueel eerlijk antwoord op de nood om het aantal verkeersslachtoffers terug te dringen,” zegt Brussels parlementslid Annemie Maes (Groen).
Verkeersveiligheid wordt dus als drogreden gebruikt om de ring te verbreden. “Jarenlang stelde minister Crevits dat de ring verbreed moet worden voor een betere doorstroming van verkeer. Maar de verbreding van de ring zal het fileprobleem niet oplossen,” aldus Vlaams parlementslid Hermes Sanctorum (Groen). Op basis van cijfers van de Vlaamse overheid zelf heeft Groen de kosten en baten laten berekenen over deze voorziene uitbreiding door het gerenommeerde studiebureau Transport and Mobility Leuven. Uit die studie blijkt dat de verbreding van de ring geen oplossing is. “De ring zelf wordt immers verbreed, maar de op –en afritten en de toekomende snelwegen (E40, E19 A4, A12) niet. De nieuwe rijstroken zullen extra auto’s aanzuigen waardoor het fileprobleem zich zal verplaatsen van op de ring naar de op– en afritten en de toekomende snelwegen. Het verkeer zal misschien wat vlotter verlopen op de ring, maar autobestuurders zullen veel moeilijker op de ring geraken.”
“Nu blijkt uit studies dat de ring het fileprobleem niet oplost, komt minister Crevits op de proppen met het valse argument verkeersveiligheid. Dit lijkt eerder op een campagne om de uitbreiding van de ring te promoten, dan het zoeken naar een goede oplossing voor de mobiliteitsknoop rond Brussel,” stelt Sanctorum.
Ook de gevolgen voor de gezondheid van de omwonenden van de ring zijn een reden voor Groen om zich tegen de verbreding van de ring te kanten. “De verbreding van de ring zal extra voertuigen en extra uitstoot met zich meebrengen. Noch Brussel noch Vlaanderen slaagt er vandaag in om de luchtkwaliteitsnormen na te leven. Door te kiezen voor extra auto-infrastructuur zal de toestand alleen maar verergeren en voelbare effecten hebben op de gezondheid van Vlamingen en Brusselaars,” besluiten Hermes Sanctorum en Annemie Maes.
Vlaamse Wapenexport stijgt met 42%
Bovendien komt een groot deel van de uitvoer zelfs niet meer in de tabellen terecht. “Dat komt door de minder strikte regelgeving. Bijvoorbeeld: de hoogtechnologische beeldschermen van Barco die geëxporteerd worden naar andere Europese lidstaten om daar ingebouwd te worden in militaire vliegtuigen waarvan de eindgebruiker hier niet gekend is,” zegt Caron.
Daar knelt het schoentje het sterkst volgens Groen. Ook van de gerapporteerde wapenexport is in twee op de drie gevallen de uiteindelijke bestemming onbekend. Door de regels te versoepelen, zette de Vlaamse Regering zichzelf buiten spel om controle uit te oefenen. “En als gewoon parlementslid kan je het dus al helemaal vergeten,” aldus Caron.
“Heeft de woelige situatie in het Midden-Oosten een direct verband met de bijzonder sterk stijgende Vlaamse wapenexport? We weten het niet. We horen enkel in de coulissen dat het Midden-Oosten door onze wapenfabrikanten wel degelijk aanzien wordt als een groeimarkt.”
Groen roept lokale overheden op om GAS niet te gebruiken voor 14-jarigen
Omdat de meerderheid niet bereid was tot een open debat, organiseerde Groen in het federale parlement zelf hoorzittingen. Brems : “Ook lokale overheden moeten hun jeugdraden en andere adviesraden actief betrekken. Groen roept de lokale besturen op om alvast geen gebruik te maken van de mogelijkheid tot leeftijdsverlaging en plaatsverbod en geen gebruik te maken van de maximum boetes.”
GAS kan werken voor specifieke vormen van overlast en kleine criminaliteit, maar deze wet zet de deur open voor willekeur. “Met de nieuwe wet zullen de gemeentelijke administratieve sancties voor meer overlastfeiten kunnen worden ingeroepen en wordt ook het gamma aan straffen ruimer. Het is veel belangrijker om te werken aan preventie en bemiddeling dan onmiddellijk een boete uit te delen. Het kan niet dat normaal jongerengedrag wordt bestraft.” besluit Eva Brems.