Brussel verdient beter dan een Waalse en een Vlaamse chaperon

Sabah Meschi

Een sterk Brussel is geen bedreiging voor Vlaanderen, maar een opportuniteit. In een sterk Brussel is het aangenamer wonen, werken, wandelen en winkelen. Zolang we Brussel als een kind onder hoederecht behandelen, kan het die rol niet opnemen. We moeten Brussel en zijn meer dan een miljoen Brusselaars de ruimte bieden om volwassen te worden en voor zichzelf te zorgen.

N-VA-voorzitter Bart De Wever pleitte gisteren in De Tijd voor een cobestuur voor Brussel, waarbij de Franse en de Vlaamse Gemeenschap samen Brussel beheren. Een dag eerder brak de Brusselse CD&V dezelfde lans in een opinie in deze krant. Dat is voor beide de manier om te verhinderen dat de Franstaligen Brussel inlijven en de band met Vlaanderen doorknippen. Als het echt de bezorgdheid is van De Wever en van CD&V om Brussel bij Vlaanderen te houden, dan moeten ze juist tegen dat gemeenschapsmodel pleiten.

Zolang je Brussel bestuurt vanuit twee gemeenschappen zal de Franse groter zijn. Brussel telt nu eenmaal een pak meer Franstaligen dan Nederlandstaligen. En de grootste groep heeft vaak het meest te zeggen. De beste garantie voor een sterke band tussen Vlaanderen en zijn hoofdstad is Brussel zelf sterker te maken, als hoofdstad van Europa, als hoofdstad van Vlamingen en Walen, als woonplaats van een miljoen mensen, los van de Waalse en Vlaamse chaperon.

De eerste stap in die richting is een grondige interne hervorming van Brussel, waarbij de bevoegdheden tussen het gewest en de 19 Brusselse gemeenten worden herzien. Bevoegdheden die beter samen worden aangepakt, zoals mobiliteit, wegen en afvalbeleid, worden naar het gewest toegeschoven. Dat proces, de zogenaamde intra-Brusselse staatshervorming, is bezig, maar volstaat niet. Er is nood aan een dubbele bundeling.

Er moeten meer bevoegdheden van de gemeenten naar het gewest gaan, en tegelijk moeten op termijn alle bevoegdheden van de gemeenschappen naar het gewest.Die eerste beweging is inmiddels in gang gezet, maar wat die tweede beweging betreft, wordt het tijd dat de traditionele partijen CD&V, Open VLD, de sp.a en de N-VA hun eigen belangen op de achtergrond schuiven ten voordele van de reële Brusselse noden.

ONDERWIJS

Dat is niet alleen goed voor de band met Vlaanderen, maar ook voor de Brusselaars. Brussel wordt niet voldoende efficiënt bestuurd. Er zijn te veel overheden op te weinig ruimte: gemeenten, gewest, gemeenschappen en een federale overheid vechten soms letterlijk over bevoegdheden. Neem bijvoorbeeld het onderwijs. Net zoals in andere grote steden kampt Brussel met een tekort aan scholen. Het bouwen van scholen is een taak van de gemeenschappen, de Vlaamse en de Franstalige dus. Groen pleit al drie jaar voor een masterplan waarbij de Franse en de Vlaamse Gemeenschap samen afspreken hoe de tekorten weg te werken. Tot dusver is er amper overleg geweest. Wanneer het gewest moegetergd dan zelf het heft in handen neemt en scholen bouwt, trekt de Vlaamse overheid naar het Grondwettelijk Hof om dat aan te klagen. De conclusie: veel overheden, maar geen scholen.

De oplossing kan onmogelijk die zijn die De Wever voorstelt: nog meer de gemeenschappen betrekken. Brussel verdient beter dan de speelbal te zijn van buitenstaanders die het over zowat alles oneens zijn. Brussel heeft zijn eigen specifieke noden en zijn eigen ambities en zal die maar op één manier kunnen realiseren: de invloed van de gemeenschappen en gemeenten afbouwen, en meer bevoegdheden naar het gewest trekken.

WEERSTAND

Pleiten voor een sterker gewest lokt altijd veel weerstand op. Wie zijn verleden niet kent, heeft geen toekomst, zei de Brusselse CD&V woensdag. Een waarheid als een koe. Maar dat mag geen reden zijn om niets te veranderen. Het België van vandaag is niet meer dat van gisteren, het Vlaanderen van vandaag verschilt van dat van tien jaar geleden. Ook Brussel is niet meer de stad die het ooit was. Brussel boomt. Ieder jaar komen er 20.000 'ketten' bij. Dat is de bevolking van Blankenberge of Meise die er jaarlijks bijkomt. Sommige nostalgici dromen nog van een Nederlandstalig Brussel. Ze leven een paar eeuwen te laat. De tijd dat je de Brusselaars kon opdelen in twee gemeenschappen, de Vlaamse en de Waalse, is intussen lang vervlogen. In Brussel leven Franstaligen, Nederlandstaligen, anderstaligen, tweetaligen, Belgen, Turken, Japanners en nog 178 andere nationaliteiten.

Een politiek gebaseerd op twee gemeenschappen staat haaks op de realiteit van een veeltalige, multiculturele hoofdstad van Europa.In tegenstelling tot de partijen die groot uitpakken met het confederalisme, maar dan niet verder komen dan de huidige status quo in Brussel, die tot zo veel verlamming leidt, nog te versterken, zet Groen in op een sterker en moderner Brussel, een volwaardig gewest, als gelijkwaardige partner van Vlaanderen en Wallonië. Een volwassen hoofdstedelijk gewest dat voor de Brusselaars zorg draagt en zijn bezoekers soigneert.