Vorige week werd er in de Raad van de VGC de beleidsbrief Brussel van Vlaams minister bevoegd voor Brussel, Pascal Smet, besproken. Minister Smet beschikt over heel wat hefnomen om beleid in en met Brussel te voeren en daarom beschouwt Groen hem een bondgenoot van Brussel. Groen is er echter niet van overtuigd dat de Vlaamse Gemeenschap zich naar Brussel toe opstelt als de “positieve en geëngageerde partner” die minister Smet in zijn beleidsbrief beschrijft.
2013 zal in het teken van het politieke kerntakendebat staan: vernieuwde afspraken tussen de Vlaamse Regering en de VGC. Wie doet wat? Welke ambitie heeft Vlaanderen voor Brussel? En welke budgetten trekt Vlaanderen uit? Niet alleen in antwoord op de demografische boom, ook om -samen met Brussel- de toenemende verarming tegen te gaan. Cruciale vragen, waarop eigenlijk al lang een antwoord moest zijn.
Vlaanderen is bevoegd voor onderwijs en heeft daarmee een heel belangrijke hefboom in de hoofdstad. Groen blijft ijveren voor een "Masterplan Scholenbouw", waarbij de gemeenschappen duidelijke afspraken maken over waar en door wie er scholen bijgebouwd worden. Maar in plaats van samen rond de tafel te gaan zitten, lijken de gmeenschappen elkaar vooral in gerechtshoven te ontmoeten. Het ene na het andere bevoegdheidsconflict eindigt bij het Grondwettelijk hof. Daarmee is de Brusselaar niet gebaat. ook hier blijft een cruciaal debat steken in traagheid. Het zou volgens Groen niet mogen gaan over genoeg scholen, dat is een evidentie, maar over de kwaliteit ervan: over gelijke kansen, over nieuwe taalrecepten in het onderwijs en de concretisering van het concept brede school.
Voor kinderopvang een zelfde verhaal. Terwijl Vlaanderen het Brussels Gewest voor het hof daagt over wie al dan niet creches mág bouwen, zitten duizenden Brusselse ketten zonder opvang. De noden in Brussel zijn groot. De nood aan een goede samenwerking tussen de overheden ook. Maar ondanks alle ambities, is er vooral veel traagheid.